De Vitrine

De plek waar wetenschap en erfgoed elkaar ontmoeten

Thijs de Bruijn

Zeventiende-eeuwse portretten

Titelbladen van de vele zeventiende-eeuwse Nederlandse boeken laten de meest uiteenlopende afbeeldingen zien. Opvallend is dat er vaak menselijke figuren zijn afgebeeld. Niet dikwijls gaat het om verbeeldingen van de auteur(s) van de boeken of om het portret van een beroemd persoon die een connectie met het betreffende boek heeft. In veel gevallen is het meteen duidelijk dat het om een portret gaat. Maar wat is een portret eigenlijk? En hoe heeft het portret zich in het zeventiende-eeuwse Nederland als genre ontwikkeld?

Portret van Justinianus.

Het Van Dale woordenboek geeft de volgende definitie van portretkunst: ‘geschilderde, getekende of gefotografeerde afbeelding van een mens’. Volgens The Oxford English is portretkunst een weergave of afbakening van een persoon, vooral van het gezicht of hoofd en schouders, gemaakt naar het leven, door middel van tekenen, schilderen, fotografie, graveren, enz.; een gelijkenis. Deze definities zijn echter te eenvoudig om de complexiteit van portretten te doorgronden. Portretten zijn niet alleen gelijkenissen, maar kunstwerken die zich bezighouden met ideeën over identiteit zoals ze worden waargenomen, weergegeven en begrepen in verschillende tijden en plaatsen. 'Identiteit' kan het karakter, de persoonlijkheid, de sociale status, de relaties, het beroep, de leeftijd en het geslacht van het portretonderwerp omvatten. Deze kwaliteiten liggen niet vast, maar geven uitdrukking aan de verwachtingen en omstandigheden van de tijd dat het portret werd gemaakt. Deze aspecten van identiteit kunnen niet worden gereproduceerd, maar kunnen alleen worden gesuggereerd of opgeroepen. Dus hoewel portretten individuen uitbeelden, zijn het vaak de typische of conventionele - in plaats van de unieke - kwaliteiten van het onderwerp die door de kunstenaar worden benadrukt. Portretkunst is ook onderhevig aan grote veranderingen in artistieke praktijk en conventie. Hoewel de meeste portretten een zekere mate van waarheidsgetrouwheid behouden, zijn ze het product van de heersende artistieke mode en favoriete stijlen, technieken en media.

Drie factoren vatten de complexiteit van portretkunst samen. Ten eerste kunnen portretten op een continuüm worden geplaatst tussen de specificiteit van gelijkenis en de algemeenheid van het concept portretkunst. Zowel de specifieke en onderscheidende aspecten van de persoon worden op het portret weergegeven als de meer algemene kwaliteiten die worden gewaardeerd in het sociale milieu van de geportretteerde. Ten tweede laten alle portretten iets van het lichaam en het gezicht enerzijds zien en de ziel, het karakter of de deugden van de geportretteerde anderzijds. Deze eerste twee aspecten hebben betrekking op portretkunst als vorm van representatie. De derde factor betreft meer de processen van opdrachtgeverschap en productie. Alle portretten omvatten een reeks onderhandelingen - vaak tussen de kunstenaar en de geportretteerde. Maar soms is er ook een beschermheer die niet in het portret zelf is opgenomen.

Auteursportret van Philips Marnix heer van St. Aldegonde.

Portretten kunnen de gelijkenis van een individu overbrengen. Maar ze kunnen ook de verbeeldingskracht van de kunstenaar, de kwaliteiten van de geportretteerde en de sociale rol van de geportretteerde laten zien. Daarnaast kunnen portretten conventies weerspiegelen van gedrag of kunstpraktijken die hun oorsprong in het sociale en culturele milieu van de geportretteerde vinden. Portretten gaan in deze gevallen meer over het conventionele, het typische, of het ideale dan dat het gaat over gelijkenis. Gelijkenis is dus op zijn best een problematisch concept. Hoewel kunstenaars bijna altijd portretten maken met enige hint naar de gelijkenis van het individu, benadrukken portretten ook de typische, conventionele of ideale aspecten van hun geportretteerde. Dit wordt zichtbaar door expressie, setting, houding of rekwisieten. Gelijkenis is onderhevig aan de eigenaardigheden van artistieke stijl en is voor de kijker subjectief. Het is meestal niet mogelijk om de geportretteerde te vergelijken met het portret. Of de impressie van de toeschouwer of het portret gelijkend is, hangt af van de vaardigheden van de kunstenaar in het creëren van een geloofwaardig afbeelding van een echt persoon. Een portret kan dus omschreven worden als een min of meer gelijkend bedoelde betekenis is van een specifieke persoon, die vervaardigd is om herkend te kunnen worden.

­­

Verzameling portretten van bekende artsen door de eeuwen heen.

In het zeventiende-eeuwse Holland werden portretprenten geproduceerd in een breed scala van kwaliteit en prijs en werden ze commercieel uitgegeven (vooral als ze beroemdheden zoals staatshoofden vertegenwoordigden), boekillustraties of onafhankelijke kunstwerken. De ontwikkeling van de Noord-Nederlandse portretkunst valt voor een deel samen met de komst van vele immigranten die voor oorlog en religieuze vervolging op de vlucht waren. Tijdens de tachtigjarige oorlog, na de val van Antwerpen en de blokkade van de Schelde van 1584 tot 1585 vluchtten veel geschoolde ambachtslieden, waaronder kunstenaars, naar de Noordelijke Nederlanden. Zij vestigden zich voornamelijk in steden in Holland als Amsterdam, Haarlem, Leiden en Delft, waar zij hun beroep voortzetten.

De ontwikkeling van portretten kan niet los gezien worden van de ontwikkeling van het individu. In de westerse beeldende kunst is de mens als figuur altijd belangrijk geweest, ook in de zeventiende eeuw. Hoewel er nieuwe genres ontstonden waar mensen niet in voorkwamen of ondergeschikt waren aan het hoofdonderwerp zoals bij het landschap en het stilleven, stond de menselijke figuur toch vaak centraal. Dat is niet alleen aan te tonen met portretten en historische voorstellen. Ook genrevoorstellingen en figuurstudies laten dit zien. De opkomst van visuele portretten in het vroegmoderne Europa liep parallel met de opkomst van literaire genres die zich bezighielden met het individu en zijn bijdrage aan de samenleving: dagboeken, poëzie, biografieën en autobiografieën. De groeiende markt voor portretten in gedrukte vorm werd gestimuleerd door deze toegenomen belangstelling voor het herdenken van de persoonlijke en sociale identiteit in combinatie met de oprichting van drukwerk als een vorm van massacommunicatie. De meeste portretafdrukken waren gebaseerd op schilderijen. Het schilderij werd op deze manier aangepast voor een medium dat geschikt was voor openbare verspreiding. 

[Thijs de Bruijn]