De Vitrine

De plek waar wetenschap en erfgoed elkaar ontmoeten

Trude Dijkstra

Nederlandse satirische kranten over thee (1687)

In april 1687 kregen de lezers van de Oost-Indische thee-post het volgende nogal vreemde relaas uit Leiden onder ogen. De krant rapporteerde dat het anatomische theater van de stad dagenlang vol met mensen zat, die een kijkje kwamen nemen naar een 'noyt gesiende, noggehoorde Monster dat hier aan onse Zeekant is komen aendryven'. Het lichaam van dit monster bestond uit 'een Koffy boonen hooft, zyn beenen schynen enckelde groene Thee blaaden te zyn, en het geheel was, met Chocolate te samen gevoegt'. Het 'water dat het komt te loosen is Straatburgse Brandewyn', waaruit het verzamelde gezelschap afleidde dat alle liefhebbers van Chinese of Japanse thee na het nuttigen van deze drank baat zouden hebben van een slok brandewijn, 'des voormiddags te gebruycken'.

Het nieuws dat volgde was al even merkwaardig: uit Spanje werd gemeld dat professoren in Salamance koffiepoeder en as van verbrande theebladeren mengden, en hiermee 'bekoomen het langverwachte Quinta Essentia der Algemisten, soo dat sy nu sonder eenige twyfel het goud maaken meenen gevonden te hebben', terwijl een ander bericht uit Rome stelde dat de paus een zeker dokter Burri uit de gevangenis had vrijgelaten zodat de dokter hem van zijn artritis zou kunnen verlossen. De dokter beval de paus om elk uur twaalf kopjes chocolade te drinken en zijn handen in kokende thee te stoven.

Aan het einde van de zeventiende eeuw waren warme dranken zoals thee in de Nederlandse Republiek een populair onderwerp van spot geworden, waarvan satirische kranten zoals de Oost-Indische thee-post en de Darmstadse thee-courant sprekende voorbeelden zijn. Thee werd in Europa geïntroduceerd aan het begin van de zeventiende eeuw; het eerste schip met thee als lading kwam rond 1610 aan vanuit Macau, en was waarschijnlijk Nederlands. Thee werd aanvankelijk geïmporteerd als exotisch medicijn, vervolgens gepromoot als een veilig alternatief voor jenever en uiteindelijk op de markt gebracht als een consumptiegoed. Thee is afkomstig uit China, waar men dacht dat het geneeskrachtige eigenschappen had, en de geschiedenis van de drank is nauw verweven met de geschiedenis van de plantkunde en de kruidengeneeskunde. Door hun interacties met de lokale bevolking kwamen de Europese kooplieden, missionarissen en medici planten tegen die ze niet kenden, die ze verzamelden en importeerden voor medisch gebruik of algemene consumptie. En dus werd thee, in navolging van lokale Chinese tradities, toen het voor het eerst in Europa werd geïntroduceerd, geadverteerd als medicijn. Kranten als Oprechte Haerlemsche Courant plaatsten advertenties voor de verkoop van Chinese thee in Haarlem door de makelaar Herman van Pamburg op 17 april 1685, en volgens de Amsterdamse Courant kon op 2 april 1689 thee worden gekocht bij de heer Guart in Den Haag.

De uitgevers van de Oost-Indische thee-post namen de herkenbare vorm en opmaak van vroegmoderne kranten over om de voorgestelde heilzame eigenschappen van thee te hekelen, waarbij ze in dezelfde beweging alles en iedereen bespotten. Op 6 februari werd gemeld dat 'den Grooten Heer van Constantinopel' - waarschijnlijk sultan Mehmet IV - in zijn strijd tegen de Christenen 'zyn Propheet Mahomet heeft om kragt en verstand aengeroepen'. Het bericht vertelde echter dat Mehmet nu 'dese valsche Propheet verlaaten, en zyne toevlucht tot de Medicyns genoomen'. Deze medici ontraden hem zijn favoriete drank - koffie - en adviseerden hem in plaats daarvan ' sich tot het Theedrincken te begeeven'. Vergelijkbare berichten kwamen zogenaamd uit Portugal, de Duitse landen en de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, waarbij degene die de voordelen van thee niet erkenden werden belachelijk gemaakt. Minnebroeders in Antwerpen - regelmatig bespot in de Protestantse Republiek - zouden een brief naar hun vorst, Karel II van Spanje, hebben gestuurd met het verzoek 'dat soodanige kosteloosen en smaakeloose Drank uyt de Spaanse Nederlanden, of wel voornametlyk uyt Antwerpen mag gebannen worden' aangezien ze nu enkel nog thee voorgeschoteld krijgen terwijl ze de voorkeur geven aan wijn.

De Oost-Indische thee-post was niet de enige satirische publicatie die thee als onderwerp nam. In de laatste decennia van de zeventiende eeuw begonnen steeds meer kluchten en liedboeken de draak te steken met de drank én met degene die het enthousiast dronken. De thee-post was niet eens de enige satirische krant die thee voor komisch effect uitbuitte: de Darmstadse thee-courant nam een vergelijkbare benadering. Hierin kom men bijvoorbeeld lezen dat in 'Buykslooten' (!) een academie werd opgericht, waar men kon discussiëren over het nut van thee, en dat een magistraat in 'Bilsteyn' (!) heeft beloofd ieder die twintig kopjes thee kan drinken zonder de mond te branden abt zal maken. De Darmstadse thee-courant maakt zeker ruimschoots gebruik van letterlijke onderbroekenlol: de titel verwijst niet alleen naar de uitdrukking 'een theebriefje halen' (naar het toilet gaan), hier verwijst het woord Darmstad niet naar de Duitse stad bij Frankfurt en Wiesbaden, maar moet worden gelezen als 'de stad van de darmen'.

[Trude Dijkstra]