De Vitrine

De plek waar wetenschap en erfgoed elkaar ontmoeten

Marietje Ruijgrok

De wedergeboorte van Griekse klassiekers

Aristoteles gedrukt door Aldus Manutius, 1495–98

De uitvinding van de boekdrukkunst door Gutenberg in de tweede helft van de 15 de eeuw maakte al snel een eind aan de productie van het handgeschreven boek. Boeken werden voortaan gedrukt waarbij hoofdzakelijk twee lettertypen werden gebruikt, de gothische letter en de romein. De romein stamde af van het humanistische handschrift dat in de veertiende eeuw werd gebruikt en dat weer een imitatie was van het schrift dat gebruikt werd door geleerden ten tijde van keizer Karel de Grote en zijn opvolgers. De gotische letter werd vooral ten noorden van de Alpen gebruikt.

Gedrukte boeken waren goedkoper dan hun geschreven voorgangers en dus bereikbaarder voor een breder publiek. Er ontstond een jacht op kopij in de vorm van handschriften van de klassieken.

Er werden na verloop van tijd ook boeken gedrukt in talen met een eigen schrift:

het Hebreeuws, Arabisch, Aramees en andere alfabetten uit het Nabije Oosten werden gedrukt door gespecialiseerde drukkers. De Griekse cultuur werd ook toen al door velen gezien als de bakermat van onze Westerse beschaving. Het drukken van boeken in het Grieks kwam niet onmiddellijk op gang. Sommige drukkers hadden wel wat Griekse letters in huis en drukten regels in het Grieks af in hun Latijnse boeken. De Griekse typografie in de vijftiende eeuw was grotendeels experimenteel. Eén stijl, die in verband wordt gebracht met Nicolas Jenson, was gebaseerd op een gelatiniseerde hand, waarin de letters over het algemeen vierkant waren, rechtop stonden en van elkaar gescheiden waren. Jenson bezat rond 1470 een drukkerij in Venetië. Hij sneed in 1471 zelf een Griekse letter.

Griekse letters komen voor het eerst voor in 1465 in de eerste druk van ‘De Officiis’ en ‘Paradoxa Stoicorum’ van Cicero. Het boek met korte Griekse citaten was gedrukt door Johann Fust en Peter Schöffer. Sommige ‘griekse’ letters in de tekst van Cicero waren leenletters uit het Latijn zoals de a en de o. Terwijl er ook letters waren die achterstevoren werden gedrukt. Het Griekse lettertype vormt geen volledig alfabet en is niet goed te vergelijken met de tradionele Griekse lettervormen. Het was een eerste poging van de drukkers om het Grieks te drukken en een manier om de boeken aantrekkelijk te maken voor de humanisten.

Cicero, ‘De officiis’, gedrukt door Johann Fust en Peter Schöffer, Mainz, 1465

Conrad Sweyheym en Arnold Pannartz deden ook een poging om Griekse letters te drukken. Zij deden dat in hetzelfde jaar als Fust en Schöffer. Sweyheym en Pannartz waren werkzaam in de Benedictijner abdij van St. Scholastica in Subiaco, Italië. Zij werden bijgestaan door de monniken van het klooster en gaven de ‘Opera’ uit van de christelijke geleerde Lactantius uit de derde eeuw. Dit keer werd er een Grieks lettertype gebruikt dat mogelijk werd gegoten tijdens het drukproces van de tekst. Want in de vroegste gedrukte katernen is de ruimte voor Griekse passages leeg gelaten. Later goten Sweyheym en Pannartz een tweede Griekse lettertype voor hun in Rome gedrukte boeken in 1468.

Lactantius, ‘Opera’ gedrukt door Conrad Sweyjeum en Arnold Pannartz , 1465

In 1490 kwam Aldus Manutius met zijn cursieve versie van de Griekse letter. Deze stijl was gebaseerd op de cursieve hand van Griekse geleerden. Manutius beheerste het Grieks goeden wist al snel hoe hij Griekse teksten kon laten drukken door geleerden en letterzetters die Grieks konden lezen naar zijn drukkerij in Venetië te laten komen. Zo verbleef Erasmus ook enige tijd bij hem in Venetië. In één van zijn bij Manutius gedrukte boeken heeft Erasmus geschreven: ‘Er waren ooit zeven wijzen in het oude Griekenland; Nu is onder ons Aldus de Romein als achtste opgestaan’. Aldus Manutius wilde alles, wat er geschreven was in het oude Griekenland, in gedrukte vorm uitbrengen. Hij begon met het drukken van klassieke werken van Griekse en Romeinse auteurs. Daaronder waren Plato, Sophocles, Herodotus, Plinius en Vergilius. Later, in het midden van de 16de eeuw, werd de cursieve letter van Manutius geperfectioneerd door de Fransen Claude Garamond, en Robert Granjon. Deze stijl domineerde de Griekse typografie voor bijna 300 jaar. Pas in de 16 de eeuw werden er buiten Italië complete boeken in het Grieks gedrukt. In de Nederlanden was Dirk Martens uit Aalst de eerste die gehele teksten in het Grieks liet drukken. Erasmus was ook met hem bevriend.

Homerus, Ilias , gedrukt door Dirk Martens, Leuven, 1521.

Bronnen:

Gaskell, Philip. A new introduction to Bibliography Oxford at the clarendon press 1972

Boardly, John. Typographic Firsts, Adventures in Early Printing, 2019

[Marietje Ruijgrok]