Katachtige zijn één van de prachtigste diersoorten op aarde. Ik kan uren naar progamma’s kijken over tijgers, leeuwen, panters, of minder bekende soorten zoals de Afrikaanse goudkat en de viskat. En mijn kat is een geliefde huisgenoot.
De kat is vandaag de dag één van de populairste huisdieren, en in Nederland worden maar liefst 2,6 miljoen katten als gezelschapsdier gehouden. Deze onbegrensde liefde voor de huiskat was niet altijd zo universeel. Gedurende bepaalde periodes in de middeleeuwen en vroegmoderne tijd werden katten beschouwd als dragers van het kwaad. Zo riep Paus Innocentius VII in 1484 een decreet uit, waarin hij stelde dat de aanbidders van katten verbrand moesten worden. Hij geloofde dat heksen de duivel aanbaden en de vorm van katten aannamen. Hoewel katten in werkelijkheid hoogstwaarschijnlijk niet in grote getale werden vermoord, waren zij bepaald niet geliefd. Zij geloofden werkelijk dat een kat stiekem een vermomde heks kon zijn.
Illustratie uit een manuscript geproduceerd in Bretagne uit ca. 1430 - ca. 1440, met een afbeelding van jagers met honden die pijlen schieten op een wilde kat in een boom (Bron: Quora).
De angst voor heksen was in de middeleeuwen vooral onder mannen groot. Zij vreesden dat zij hun penis door toedoen van een heks konden verliezen. Getransformeerde heksen, in de vorm van katten, zouden de penissen van ontrouwe mannen stelen. Dit fenomeen is in verscheidene boeken beschreven, de bijbehorende afbeeldingen laten weinig aan de verbeelding over. Zo beschreef de katholieke predikant Heinrich Kramen in zijn vijftiende-eeuwse handboek over de heksenjacht ‘De Malleus Maleficarum’, ofwel de Heksenhamer, dat:
'Heksen die [...] twintig tot dertig penissen verzamelen, ze in een vogelnet of een gesloten doos stoppen, waar ze als levende ledematen bewegen, en haver en tarwe eten [...]; iemand meldde dat hij, toen hij zijn mannelijk lid was kwijtgeraakt, een bekende heks bezocht om zijn penis terug te halen. De heks beval hem in een boom te klimmen waar hij uit een nest penissen een penis kon kiezen. Toen hij een grote wilde kiezen, zei de heks tegen hem: "Die mag je niet meenemen, want die is van de pastoor!
In de publicatie ‘Pluemen der Tugent’ van Hans Vintler uit 1486, een vertaling van Leoni’s ‘Fiordi di Virtu’ over de verschillende bijgeloven en deugden, wordt een dergelijk geval beschreven, en door middel van een houtsnede uitgebeeld. Zo is te zien dat een heks een fallus van een slapende man steelt. Achter haar staat een doos met meerdere gestolen penissen.
Houtsnede uit Pluemen der Tugent, Augsburg, 1486, (Bron: Bayerische Staatsbibliothek, München)
In de nacht veranderde de stelende heks in een kat. Katten kunnen immers heel goed zien in de duisternis, en ze zijn enorm alert. ’s Nachts gingen de katten, zo vreesde men, op pad en op zoek naar mannen die ongeoorloofde seksuele avonturen beleefd hadden. Op een welbekende gravure uit 1555 is te zien dat een non een vis aan een kat aanbiedt in ruil voor een penis.
Gravure uit 1555 (Bron: Rijksmuseum)
Zoals het hele middeleeuwse - en vroegmoderne leven beïnvloed werd door het geloof, werd de angst voor het verliezen van de penis ook grotendeels bepaald door religieuze gevoelens. Huwelijkse trouw was een belangrijk, en overspel moest bestraft worden. Bovenstaande gravure suggereert dat de verhalen over de kwaadaardige stelende katten en heksen nog een andere dubbelzinnige, symbolische, betekenis hadden. Gezien de gravure te midden van de Reformatie in Europa is geproduceerd, is het goed mogelijk dat de afbeelding een vorm van protestantse satire is. Deze satires beeldden de katholieke geestelijken af als werelds, pervers en gedreven door vleselijke verlangens.
Kat met een penis in de bek, 13e eeuw (Bron: Stadsbibliotheek Brugge)
Toch dienen deze illustraties voor ons, vandaag de dag, vooral als een interessant inkijkje in de angsten en vrezen van vijftiende-eeuwse, en begin zestiende-eeuwse, mens. De illustraties laten ons zien hoe zij hun angsten verbeeldden, en hoe zij de vermomde heks als pikkende kat voor zich zagen.
[Larissa Cöhrs]
Literatuur
Mattelaer, J. J. (2008) Toen de fallussen nog aan de bomen groeiden. Gunaikeia, 13(8), pp. 256-259.
Mattelaer, J. J. (2010). The Phallus Tree: A Medieval and Renaissance Phenomenon. The Journal of Sexual Medicine, 7(2), 846–851. https://doi.org/10.1111/j.1743-6109.2009.01668.x
Schrader, H. (z.d.). Were cats really killed en masse during the Middle Ages? - Quora. Quora. Geraadpleegd op 4 mei 2021, van https://www.quora.com/Were-cats-really-killed-en-masse-during-the-Middle-Ages