De Vitrine

De plek waar wetenschap en erfgoed elkaar ontmoeten

De Hallen Amsterdam: van tramremise aan de rand van de stad tot bruisend centrum

Het hippe complex De Hallen in Amsterdam Oud-West trekt dagelijks een groot aantal bezoekers. Vanuit de hele wereld weten mensen het bijzondere gebouw te vinden. Dit is echter niet altijd het geval geweest. Het pand was origineel gebouwd als tramremise en heeft jarenlang leeggestaan. Hoewel het toen al duidelijk was dat het gebouw een belangrijke cultuurhistorische waarde had, lukte het de gemeente niet om een nieuwe functie te vinden. In 2014 opende De Hallen eindelijk haar deuren zoals we het gebouw nu kennen: een mix van buurtvoorzieningen waaronder een bibliotheek, een fietsenmaker en een kinderdagverblijf naast uitgaansgelegenheden voor een grotere groep, zoals een bioscoop en verschillende horecagelegenheden. Opvallend is dat al deze voorzieningen weinig meer verwijzen naar de eerdere functie van het gebouw als tramremise. Maar is het bij de herbestemming toch gelukt om de rijke geschiedenis van het pand te bewaren en een gebouw te creëren dat een aanvulling is in de wijk?

Een bijzondere geschiedenis

Eind negentiende eeuw was de modernisering van Amsterdam in volle gang. De stad groeide steeds verder en de ontwikkeling van het openbaar vervoer speelde daarbij een grote rol. Mensen konden zo makkelijk door de stad reizen en het werd aantrekkelijk om buiten het oude centrum te wonen. Toen de elektrische tram zijn intrede deed in Amsterdam, was er aan de rand van de stad een nieuwe remise nodig om de vervoersmiddelen te stallen en te onderhouden. De Kinkerbuurt werd gekozen als perfecte plek. Dit gedeelte van de stad was pas in 1886 gedempt en vormde de uiterste grens van de stad. Dat daar in rap tempo nieuwe huizen werden gebouwd, blijkt uit een bericht van De Courant uit 1 juni 1900: “De nieuwe lijn door het Van Lennepkwartier zal intusschen, terwijl zij nu reeds in een voor deze van ‘t centrum der stad afgelegen buurt een noodzakelijk vervoermiddel is, een goede toekomst tegemoet gaan want aan de Bilderdijkstraat wordt druk gebouwd; het eene blok huizen na het andere is in aanbouw”. Het was daarom een logische keuze om in 1901 de remise aan de westelijke grens te bouwen om de verstedelijking van Amsterdam te stimuleren.

De Dienst der Publieke Werken gaf de opdracht voor de bouw van de nieuwe tramremise aan de Tollensstraat. Zoals vaker voorkomt bij overheidsgebouwen uit die tijd, is de architect vandaag de dag onbekend. De bouwstijl van de remise ligt in het verlengde van de Amsterdamse School, een architectuurstroming die in 1900 populair werd in de hoofdstad. Het gebouw is opgetrokken uit baksteen en bevat verschillende kenmerkende elementen van industriële gebouwen. Zo zijn er stalen spantconstructies aangebracht om grote ruimtes te creëren waar de trams konden staan en de monteurs hun herstelwerkzaamheden konden uitvoeren. Ook de glazen zadeldaken zijn een kenmerkende vernieuwing. Op deze manier kon er in het gebouw optimaal gebruik worden gemaakt van daglicht. In 1932 nam de remise aan de Havenstraat de functie van het stallen van de trams over. De Tollensstraat lag niet meer aan de rand van de stad en met het Algemeen Uitbreidingsplan zou de stad alleen maar blijven uitbreiden in westelijke richting. In de remise werden nog wel trams opgeknapt, maar in de jaren 80’ en 90’ verloor het ook langzaam die functie, totdat het gebouw in 2005 helemaal in onbruik raakte en leeg kwam te staan.

De tramremise aan de kant van het Bellamyplein, 1986. Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Van verwaarloosd pand tot cultureel centrum

Nadat de remise geen functie meer had voor het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) dacht de gemeente Amsterdam na over de toekomst van het gebouw. Een van de opties was sloop. De Kinkerbuurt werd steeds populairder en de ruimte van de oude tramremise zou veel beter benut kunnen worden voor bijvoorbeeld nieuwe woningen. Een andere optie ging uit van de cultuurhistorische waarde van het complex. De remise was een bijzonder gebouw en moest een andere bestemming krijgen om verval tegen te gaan. Uiteindelijk werd er voor dit laatste gekozen.

Toch was het een hele uitdaging om een plan te bedenken dat voor iedereen acceptabel was. Wegens angst voor overlast, vielen ideeën die vooral gericht waren op horeca, niet in goede aarde bij de buurtbewoners. Monumentenzorg keurde plannen om woningen in de oude remise te bouwen af omdat er te veel aanpassingen aan het originele gebouw gemaakt moesten worden. Overigens begon deze discussie over de herbestemming al eerder dan in 2005, toen het gebouw officieel niet meer gebruikt werd. In de jaren 70’ pleitte buurtbewoners en winkeliers er al voor om een gedeelte van de remise om te bouwen tot een parkeergarage. In de jaren 90’ werd er zelfs een stichting opgericht om een plan te bedenken om het bijzondere gebouw te benutten, maar deze plannen liepen telkens op niks uit.

Toen er na jaren nog steeds geen concreet plan op tafel lag, werd het complex op 31 januari 2010 gekraakt. De krakers wilde van het gebouw een kunst- en cultuurcentrum maken met een bioscoop, een zwembad, een eetcafé en een weggeefwinkel. Dit zette het gemeentebestuur aan tot actie: de Tramremise Ontwikkelings Maatschappij (TROM) werd opgericht om duidelijke plannen voor de toekomst te maken. Dit gebeurde onder leiding van architect André van Stigt, een groep buurtbewoners, ondernemers en andere belanghebbenden. De renovatie van het gebouw begon in 2013. Het complex werd opgeknapt en verduurzaamd en moest uiteindelijk een plek worden voor iedereen: buurtbewoners, dagjesmensen en toeristen.

Gezien het gebouw in 2002 de status van een rijksmonument kreeg, was het ook belangrijk om de cultuurhistorische waarde van het gebouw niet uit het oog te verliezen. Hoewel de functie volledig veranderde, is het de architect goed gelukt om de oude gebruikssporen van de tramremise te bewaren. Zo zijn er boven de deuren nog steeds de nummerborden te zien van de achterliggende hallen waar vroeger trams werden gestald, en lopen er op bepaalde plekken in het gebouw nog steeds tramrails. Ook is de oude remise nog te herkennen door de bijzondere spantconstructies, de glazen zadeldaken en de industriële deuren. Een blik op de oude bouwtekeningen maakt verder duidelijk dat er nauwelijks iets is veranderd aan de indeling van het gebouw. Dit versterkt het authentieke karakter. Om de herinnering aan de oude tramremise levend te houden zijn er op verschillende plekken in de Hallen oude foto’s en maquettes te zien.

Plattegrond van de tramremise aan de Tollensstraat, 1905. Bron: Stadsarchief Amsterdam.

Een waardevolle toevoeging?

Hoewel de Kinkerbuurt voor de opening van De Hallen in 2014 al veel mensen trok, was het er niet zo toeristisch als nu. De buurt stond vooral bekend om de Ten Katemarkt en de winkelstraat. Tegenwoordig is het complex van De Hallen een trekpleister voor mensen uit de hele wereld. Vooral De Foodhallen, een overkapte verzameling van eettentjes, wordt druk bezocht. Bij het ontwerp van het nieuwe complex is het goed gelukt om een balans te vinden tussen buurtfunctie en toeristische aantrekkelijkheid. Zo is er een fietsenmaker, een kinderdagverblijf en een bibliotheek waar voornamelijk buurtbewoners komen, terwijl De Filmhallen en De Foodhallen ook internationaal publiek trekken. Na de opening van De Hallen waren de eerste reacties vanuit de buurt negatief. Dat is niet vreemd gezien een pand dat al jaren leeg stond, nu opeens een plek geworden was waar mensen uit binnen- en buitenland massaal op af kwamen. Het complex was een groter succes dan voorzien. De buurt werd steeds drukker met mensen, afval en fietsen; vooral ‘s avonds kwam er meer overlast door de horecabezoekers van De Hallen. Hoewel de buurtbewoners betrokken waren geweest bij de plannen van de herbestemming hadden ze het gevoel dat hun belangen overschaduwd werden door de ondernemers in De Hallen.Tegenwoordig zijn de reacties een stuk positiever. Er wordt actief gezocht naar oplossingen voor bezwaren uit de buurt en De Hallen biedt natuurlijk ook veel voorzieningen en vermaak voor de buurtbewoners zelf. Verder is het een prettige bijkomstigheid dat door de populariteit van de buurt de huizenprijzen explosief zijn gestegen.

De Hallen na de renovatie, 2016. Bron: Conscious travel guide.

Dat het complex van de tramremise aan de Tollensstraat ooit zo druk bezocht zou worden, had waarschijnlijk niemand gedacht tijdens de bouw in 1901. Een gebied dat aan het begin van vorige eeuw pas net gedempt was, is tegenwoordig een hippe wijk. De remise is een van de belangrijkste redenen dat de buurt heeft kunnen groeien: door de elektrische tram konden buurtbewoners zich makkelijk door de stad verplaatsen. Toen het gebouw haar functie verloor en langzaam in verval raakte, werd de culturele waarde van de oude tramremise gelukkig gezien. Ze stond ooit symbool voor de industrialisatie en urbanisatie van Amsterdam, niet alleen door het gebruik, maar ook door de architectuur met vernieuwende elementen zoals stalen spantconstructies en glazen zadeldaken. 120 jaar later staat het complex er nog steeds, maar met een totaal andere functie. Bij de herbestemming is het goed gelukt om een balans te vinden tussen het behoud van de authentieke architectuur en de wensen van de nieuwe gebruikers. Dit heeft geresulteerd in een plek waar zowel buurtbewoners als toeristen graag komen. Een tramremise aan de voormalige rand van Amsterdam vormt nu een bruisend centrum in de stad.

Literatuur:

“Geef ons vast de Hallen.” De Waarheid. 13 november 1970.

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010374325:mpeg21:a0110.

Herk, Meike van. “5 jaar De Hallen: is iedereen nu wél enthousiast?.” Het Parool. 4 oktober 2019.

Kalk, Menno. Nieuw leven in de Hallen: 20 jaar plannen voor hergebruik. Amsterdam: Agora Europa, 2015.

Noordeloos, Thea. “Sustainable tourism and development in Amsterdam Oud-West.” Research in hospitality management 8, nr. 1 (2018): 73–78.

Sedee, Menno. “Ineens een zware concurrent rijker; De Hallen 1 jaar oud en niet meer weg te denken.” NRC Handelsblad. 11 september 2015.

“Stadsnieuws.” De Courant. 1 juni 1900. https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000947022:mpeg21:a00010.

Websites:

AT5. “De Hallen in Oud-West zijn gekraakt.” Nieuws 31 januari 2010. Geraadpleegd 4 juni 2021.

https://www.at5.nl/artikelen/31453/.

De Hallen Amsterdam. “Afscheid van het GVB.” Toen en nu: van tramremise tot kloppend hart van Amsterdam-West. Geraadpleegd 4 juni 2021. https://dehallen-amsterdam.nl/toen-en-nu/.

De Hallen Amsterdam. “De renovatie.” Toen en nu: van tramremise tot kloppend hart van Amsterdam-West. Geraadpleegd 4 juni 2021. https://dehallen-amsterdam.nl/toen-en-nu/.

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. “PDF Complex.” Monumentnummer: 524819: Bellamyplein 41 1053 AT te Amsterdam. Geraadpleegd 4 juni 2021. https://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/monumenten/524819.

[Sara Duisters]