De Vitrine

De plek waar wetenschap en erfgoed elkaar ontmoeten

Chiara Woudhuizen

Beminde vrouwen van de meest opmerkelijke regeerders

De publicatie Histoire des favorites, geschreven door Anne de La Roche-Guilhem, werd voor het eerst gepubliceerd in 1697 en kende veel succes in de 18e eeuw. Zo is het boek in het Engels, Nederlands en zelfs Russisch vertaalt en zijn er meerdere versies uitgebracht in het Frans. Zo ook een versie uit 1703, uit de bijzondere collecties van de Universiteit van Amsterdam, waar een tal van gravures in zijn te bewonderen van de vrouwen in kwestie. Dit waren de favoriete vrouwen van belangrijke mannelijke regeerders waarover de La Roche-Guilhem ook uitgebreid schrijft.

Gegraveerd titelblad Histoire des favorites, Anne de La Roche-Guilhem, 1703.

Anne de La Roche-Guilhem was van Franse afkomst en werd geboren in 1644 te Rouen. Ze is de dochter van Charles de Guilhem en Marie-Anne d’Azemar. De La Roche-Guilhem was een schrijfster en vertaalster van beroep en Protestants van geloof. Door de opheffing van het edict van Nantes in 1685, waardoor de Protestanten onafhankelijkheid zouden verliezen, emigreerde de La Roche-Guilhem naar Engeland. In haar leven schreef ze meerdere fictieve werken en werd hiermee bekend. Ze was een vertegenwoordigster van de korte historische verhalen die in de 17e/18e eeuw ontzettend geliefd waren. Histoire des Favorites bevat twaalf korte historische verhalen over de favoriete vrouw van elke mannelijke regeerder. Het is een interessante invalshoek die de La Roche-Guilhem kiest om over te schrijven zeker als vrouwelijke schrijver in haar periode.

Detail gravure Marie de Padille.

In het voorwoord schrijft de La Roche-Guilhem dat het haar verbaast dat er over dit onderwerp nog niet is geschreven. “Ik weet niet, waarom vruchtbare Pennen, dewelke binnen zoo weinig tyds zoo vele zaken konnen voortbrengen, een zoo aangenaam onderwerp voor hunlieder gemakkelykheit om te schrijven zich hebben laten ontslippen.” Toch is ze zeker dat het bij haar in betere handen is dan dat het bij iemand anders zou zijn schrijft ze daarna. Het werk begint met Maria van Padille, een ‘favoriete’ vrouw van Pieter den Wreeden, Koning van Kastilië en eindigt met Arsinoë en Farao Ptolemaeus II Philadelphus. Elke vrouw heeft in de publicatie een prachtige gravure gekregen, zo ook Marie van Padille waarvan hierboven een detail te zien is. De La Roche-Guilhem informeert ons over de prinsen van Kastilië, waarna opgegeven moment Marie van Padille in beeld komt. Ze wordt beschreven als een prachtige vrouw; ze was klein en had een zeer blanke huid. Daarnaast had ze levendigheid in haar ogen en was vrolijk van aard. Echter wordt er ook beschreven dat ze verwaand was en hunkerde naar aanzien.

Op het gegraveerde titelblad van de publicatie valt het op dat er, in de wirwar van mensen, veel koppels te zien zijn. Zo zit rechts op de voorgrond een man op zijn knie die een kroon lijkt te schenken aan de vrouw die voor hem staat; een romantisch gebaar. Links zien we daarentegen een vrouw zitten met een man compleet over haar schoot gelegen. Of de man ontzettend verdrietig of straalbezopen is wordt helaas niet duidelijk. Boven in de voorstelling staat cupido prominent op een sokkel met zijn pijl en boog in zijn handen. Hij kijkt tevreden rond naar de menigte – of het is toch beetje ondeugend?

[Chiara Woudhuizen]