De Vitrine

De plek waar wetenschap en erfgoed elkaar ontmoeten

Niels Weijenberg

Als twee druppels water

De veelzijdige Leonardo da Vinci schreef zijn notities op in spiegelschrift. Volgens populaire romanciers deed hij dit om zijn geheimen te bewaren, in werkelijkheid had hij waarschijnlijk een praktischer motief: als linkshandige zit je snel met je schrijfhand in de natte inkt, en door van rechts naar links te schrijven heb je hier geen last van.

Leonardo was niet de enige in zijn tijd die deze techniek toepaste. Zo was het spiegelschrift een veelvoorkomend fenomeen in islamitische kalligrafie. Esra Akın liet zien dat kalligrafen het idee van symmetrie wilden verkennen door teksten naast elkaar te schrijven in elkaars reflectie. In religieuze contexten kan dit gezien worden als de perfectie van Gods schepping.

In vroegmoderne Europese kalligrafie komt dit fenomeen minder vaak voor. Wel duiken ze deze schrijfsels soms op in schrijfhandboeken. Deze werken dienden als schrijfvoorbeeld, om te kopiëren ter verbetering van het handschrift. Daarnaast zullen deze pagina’s voor schrijfmeesters een gelegenheid zijn geweest om hun talent tentoon te spreiden. De gevallen van spiegelschrift die ik opmerkte dateerden vooral uit de zestiende eeuw, we zullen enkele nader bekijken.

Direct kunnen twee categorieën aangewezen worden. De eerste groep toont een tekst geschreven in het spiegelbeeld van wat men zou verwachten. Bij de tweede treden duo’s op, die elkaars reflectie tonen.

Een voorbeeld van een enkelvoudige tekst is te vinden in Clément Perrets Exercitatio alphabetica, het eerste gegraveerde schrijfboek dat verscheen in de Nederlanden. Perret, toen nog maar achttien jaar oud, gaf deze demonstratie van zijn kunde uit bij Christoffel Plantijn in Antwerpen, 1569. Naast meer dan dertig schrijfvoorbeelden in diverse talen en schrijfstijlen, nam hij een stuk op geschreven in spiegelschrift (nr. 22).

A picture containing text Description automatically generated

Clément Perret, Exercitatio alphabetica, Antwerpen, 1569. Collectie Allard Pierson

Wanneer je de reflectie van deze Italiaanse tekst bekijkt zie je dat het gaat om een voorbeeld van een zakelijke brief. Het is lastig vast te stellen hoeveel moeite de zestiende-eeuwer had met het lezen van dergelijke teksten; spiegels waren minder sterk dan tegenwoordig, maar wellicht was men ook wel meer gewend dit tegen te komen.

Johann Neudörffer’s Ein Gute Ordnung (Neurenberg, 1538), het belangrijkste werk van de zestiende-eeuwse Duitse kalligrafie, bevat verschillende tekstkoppels in elkaars evenbeeld. Om de focus op de Nederlanden te behouden, zal ik echter nu twee voorbeelden laten zijn uit het schrijfboek T' Magazin oft' Pac-huys der loffelycker penn-const (Vlissingen, 1617) van David Roelands.

Diagram Description automatically generated

David Roelands, T' Magazin oft' Pac-huys der loffelycker penn-const, Vlissingen, 1617. Collectie Allard Pierson

Op de bovenstaande afbeelding is Roelands’ lof op de pennenkunst verbeeld. De Latijnse inscriptie schrijft voor: om de kunst tot perfectie te brengen heb je begaafdheid, eruditie en oefening nodig. Tussen deze tekst staat tweemaal de leus ‘Vive la Plume’ (‘leve de pen’) geschreven, het toenmalige motto van de schrijfmeesters. De kalligrafische trekken eromheen versterken het gevoel van eenheid, de gekroonde pennen aan weerszijde vergroten de symmetrie.

Text, letter Description automatically generated

Portret van David Roelands, uitgevoerd door François Schillemans. Collectie Allard Pierson

David Roelands nam, naar goed gebruik onder kalligrafen, een portret van hemzelf op in zijn schrijfboek. De getoonde Roelands is aan het schrijven, en is volgens het onderschrift 44 jaar toen de beeltenis vervaardigd werd. Op een ander niveau, buiten de werkelijkheid van dit portret, staan teksten geschreven door Roelands in een cursieve hand. Aan weerszijde van Roelands lijkt zich weer een duo in spiegelbeeld voor te doen. Links leest ‘Bid ende ghy sult ontfanghen’. Wie goed kijkt, ziet dat aan de overzijde toch wat anders staat: ‘Soeckt ende ghy sult vinden’. Middels deze slimme puzzel spoorde de kalligraaf zijn lezer aan tot een kritische houding en waakzaamheid voor schijnbare werkelijkheden. De spiegel blijft een dubbelzinnig symbool, dat als ogenschijnlijk objectieve waarnemer je uiterlijk treffend weergeeft, maar tegelijkertijd de werkelijkheid kan manipuleren en vertekenen.

Net als de islamitische kalligrafen zullen Nederlandse schrijfmeesters de spiegelbeeld-constructie hebben gebruikt als middel om de schoonheid van tekstvormen te laten zien, alsook om hun hun artistieke kwaliteiten te manifesteren.

[Niels Weijenberg]

Bronnen:

Akin-Kivanc, E. (2020). Muthanna/Mirror Writing in Islamic Calligraphy: History, Theory, and Aesthetics. Indiana University Press.

Croiset van Uchelen, T. (2005). Vive la plume : Schrijfmeesters en pennekunst in de Republiek. Publicatie bij tentoonstelling Pennekunst - Vier eeuwen schoonschrijven in Nederland, gehouden in de Universiteitsbibliotheek Amsterdam.